In het Holland Heart House in hartje Utrecht vind je de Werkgroep Cardiologische Centra Nederland (WCN). Een netwerkorganisatie van niet-academische cardiologische maatschappen op 60 locaties. WCN ondersteunt de maatschappen bij de opzet en uitvoering van klinisch onderzoek. Astrid Schut, managing director, vertelt over het belang van Good Clinical Practice en hoe de WCN daar de komende jaren meer aandacht aan gaat geven.
Wat doet WCN?
“WCN is ontstaan in 1988 toen een tiental cardiologen de krachten bundelde in het belang van goede data en betere patiëntenzorg en om makkelijker internationaal cardiologisch onderzoek naar Nederland te halen. Inmiddels zijn er meer dan 50 maatschappen aangesloten. Ons doel is om onderzoek te faciliteren, voor zowel de farmaceut of academische onderzoeksgroep, als onze leden. We bekijken de haalbaarheid van een onderzoek in Nederland, stellen voor alle leden een contract op met de farmaceut, regelen de juridische aspecten, zorgen dat de studies eerlijk verdeeld worden onder de maatschappen en helpen bij de bemiddeling en communicatie tussen farmaceut en maatschap. Alles in het belang van goede data en betere patiëntenzorg.”
Waarom gaan jullie investeren in een nieuwe GCP training?
“Als je je internationaal wilt profileren dan zul je hoge kwaliteit moeten leveren. Je moet doen wat je belooft en volgens de regels der kunst kunnen werken. WCN wil daarom onderwijs en educatie nog belangrijker maken. Dat is overigens ook een vraag vanuit de leden. De maatschappen en de research professionals zijn ondernemers, de research-afdeling is hun ‘winkeltje’. Zij willen internationaal hun plek innemen, mee publiceren. De lol van ondernemerschap is ‘vooruit gaan’, met innovatie bezig zijn en het allerbeste willen leveren aan je patiënten.”
“Kwaliteit is ook een snel gebruikt woord. Vaak wordt het verward met ‘vinkjes zetten’. Een van die vinkjes is een GCP training. Maar als je eens in de drie jaar een dag een training doet, betekent dat nog niet dat je kwaliteit kunt leveren. Ik wil van die vinkjes af. Het hoeft ook niet ‘joepie! scholing over wet & regelgeving’ te worden, maar we gaan het wel ergens over hebben: waarom doen we wat we doen? En hoe kunnen we dat zo goed mogelijk doen? Een goed opgeleide professional denkt na over wat hij of zij doet. De data die je levert moet goed zijn. Het gaat hier immers om de behandeling van de toekomst.”
Wat deed WCN besluiten om met GCP Central te gaan samenwerken?
“We boden eerst klassikale training, maar daar kwamen vaak maar zo’n 15 man. Het blijkt toch lastig om een dag vrij te maken. Bovendien doen veel mensen een training via het ziekenhuis of de farmaceut waarvoor ze onderzoek doen. Nu gaan we met GCP Central samenwerken die een combinatie van online en klassikale training aanbiedt, een zogenaamde blended training. De online variant is denk ik een voordeel voor veel van onze leden, want dan kun je leren wanneer het jou uitkomt, en op meerdere momenten de training inpassen in je agenda. De training van GCP Central sprak ons ook aan omdat het meer op maat is gemaakt. Je kunt doorbouwen op wat je al weet en casussen doen die passen bij jouw rol.”
Hoe kwamen jullie tot die keuze?
“Dat is niet over één nacht ijs gegaan. Het heeft een jaar geduurd: afwegen of het de investering waard is, de leden en het bestuur meenemen. Ook hebben we eerst een pilot gedaan om te kijken hoe het beviel. De enquête die daarop volgde kreeg veel reacties, wat ik al een goed teken vond, en de reacties waren over het algemeen enthousiast. We hebben nu 100 licenties voor cardiologen en research professionals.”
Hoe ga je het implementeren en problemen die zich voordoen oplossen?
“We gaan het lanceren via kick-off meetings en de ledencommunicatie. Onderweg kijken we welke support er nodig is. Daarbij zullen we inspringen op wat er gebeurt. GCP Central kijkt daarin mee: wat past de gebruiker? Hoe kunnen we het aanbod verbeteren? Ik verwacht dat research professionals er meer mee gaan doen, want zij zijn er dagelijks mee bezig. Voor cardiologen is de flexibiliteit denk ik een pluspunt. Dat de trainingen geaccrediteerd zijn, helpt bovendien enorm. Zo kunnen deelnemers direct hun bijscholingspunten halen.”
Wanneer is het een succes?
“Het is een succes als het omgaan met leren verandert. Als onze leden er echt mee aan de slag gaan, niet één keer, maar vaker. Dat ze inderdaad continu blijven leren en niet na één module stilvallen en drie jaar later pas weer terugkomen. Een groot voordeel is denk ik de flexibiliteit, maar dat is tegelijkertijd het knelpunt. Misschien is daarmee de vrijblijvendheid wel te groot.”
“Los van het gebruik is het een succes als mensen de lat hoger gaan leggen. Datakwaliteit en patiëntveiligheid is de basis voor goed onderzoek en dus voor hoe we in de toekomst patienten met hart- en vaatziekten beter kunnen gaan behandelen. Iedereen die betrokken is bij onderzoek, is een radartje in de machine. Hoe klein of groot je rol ook is, iedereen heeft een belangrijke toegevoegde waarde. Door kennis worden mensen mondiger. Daardoor blijft je niet meer in je ‘hokje’ zitten, maar zie je het grote geheel en het belang van ieders rol. Daar moet GCP over gaan: dat je je afvraagt wat goed is voor je patiënten, dat je begrijpt welke rol jij daarin hebt en wat jij daarmee toevoegt aan de behandeling van onze patiënten in de toekomst.”
Download het interview en doe inspiratie op hoe ook jouw organisatie de mogelijkheden van online en blended WMO/GCP training kan inzetten.
[sgmb id=1]