GCP Central bestaat inmiddels meer dan 10 jaar. Een tijd waarin we al onze energie, passie en toewijding hebben gestoken in de training van de internationale gemeenschap van medisch wetenschappelijk onderzoekers op het gebied van good clinical practice, ofwel GCP. Zodat wetenschappelijk onderzoek volgens de geldende wetten en regels verloopt. Voor een soepel verloop van begin tot einde. En natuurlijk voor veiligheid van deelnemers en toekomstige patiënten.
Wij ontwikkelen de trainingen voor onze klanten, voor jullie dus. We laten continu zien wat we doen, wat er verandert en waar we naartoe gaan. Maar hoe ervaren jullie onze trainingen? Wat is jullie motivatie om onderzoek te doen? Hoe kijken jullie naar de wet- en regelgeving? Is er weerstand? Zijn de trainingen nuttig? Is de opgedane kennis toepasbaar?
In deze interview serie portretteren we een aantal van jullie. Zo leren wij van jullie ervaringen, maar raken jullie mogelijk ook geïnspireerd door andermans verhaal. We gaan op bezoek bij verschillende onderzoeksgroepen, verschillende ziekenhuizen en mensen met verschillende rollen binnen de wereld van de wetenschap.
Manon Haanepen-Witkamp is de tweede onderzoeker die we spreken in deze serie. Zij is de Research Coördinator van het Slingeland Ziekenhuis in Doetinchem. In ruim 6 jaar heeft ze samen met de artsen vele trials binnengehaald en in haar ziekenhuis uitgevoerd. Ze is ambitieus en druk bezig om een trialbureau op te zetten, waardoor het onderzoek in haar ziekenhuis nog verder geprofessionaliseerd kan worden.
Na de studie Medische Biotechnologie doet Manon haar eerste werkervaring op binnen de farmaceutische industrie. De laatste 15 jaar daarvan werkte ze voor Novartis, waar ze in 2015 boventallig wordt verklaard. De ziekenhuiswereld kent ze van buiten, maar vanaf nu leert ze die van binnen kennen. Met de motivatie dat ze altijd wel iets nieuws wil leren en proberen, wordt Manon aangenomen als DBC adviseur bij het Slingeland Ziekenhuis. Na een jaar kent ze het ziekenhuis inderdaad van binnen en van buiten en komt er een interne vacature voorbij, die van research nurse. Daar Manon geen verpleegkundige is reageert ze in eerste instantie niet. Maar aangemoedigd door één van de oncologen leest ze in het weekend toch de vacature door.
“En toen dacht ik alleen maar: dit is mijn functie!”
Drie weken later is ze aan het werk en heeft haar functie de naam van Research Coördinator. Wat haar toen erg hielp was dat ze het ziekenhuis al zo goed kende. Er was niemand die haar kon inwerken, haar voorganger was net weg. Er was wel een overdracht, maar geen overlap. Dus dan moet je toch alles zelf uitzoeken en uitvinden. En laat dat nou net de kracht van Manon zijn. Ze haalt er veel plezier uit dat er “altijd wel iets nieuws is, er is altijd wat uit te zoeken. Niks is hier standaard en dat vind ik dan leuk.”
De Research Coördinator is aangenomen voor de afdeling oncologie/hematologie, en 1 dag als secretaris van de toetsingscommissie. Deels bewust, maar vooral onbewust trekt ze steeds meer naar zich toe en zo zijn er steeds meer vakgroepen die haar hulp inschakelen. Naast de hematologen, oncologen en onco-chirurgen werkt ze samen met de urologen, de neurologen en de longartsen. Eén van hen zei laatst: “Wij willen jou, want jij kan ons ontzorgen. Wij moeten de patiënten zien en alles doen, jij zorgt dat het loopt.”
Manon vervolgt: “En ja, dan voel je je wel gewaardeerd. En dat is fijn. Dat maakt je waardevol in huis. En in het verlengde daarvan ook extra voor het bestaansrecht van het ziekenhuis. De academische ziekenhuizen hebben ons als perifere partner nodig. Dat beseft niet iedereen zich.” Ze zet zelf geen onderzoeken op, maar als ze de juiste formulieren heeft, zorgt ze dat de onderzoeken gaan lopen in het Slingeland Ziekenhuis. Sterker nog, “in het ziekenhuis zijn we heel snel met het opzetten van studies.”
Ze ervaart dan ook geen weerstand tegen de wet- en regelgeving, dat hoort erbij, en het meeste voorwerk is al gedaan. Alhoewel, laatst kwam er een studieverzoek binnen vanuit Amerika. Daar was Manon wel lang mee bezig, alleen al door de hoeveelheid formulieren met vreemde afkortingen die steeds opgezocht moesten worden. Dit soort dingen zijn leuk en zorgen voor uitdaging. En nu denkt Manon: “mooi, dat kunnen we nu ook, dus de volgende keer kunnen we zo weer een studie vanuit Amerika hebben.”
De wet- en regelgeving, daar zit Manon wel goed in. En ook voor zo’n verzoek uit Amerika weet ze haar wegen te bewandelen. Tot nu toe heeft ze GCP trainingen gevolgd als onderdeel van de initiatievisite van de onderzoeken waar ze aan mee werkte. Maar de artsen stuurt ze altijd door naar GCP Central, “want dan zijn ze gelijk helemaal up-to-date en dat werkt fijn.” Zelf gaat Manon binnenkort de WMO-GCP training van GCP Central doen.
En als straks het trialbureau officieel in de lucht is en alles centraal geregeld wordt, dan zegt ze: “Jongens, we moeten bij GCP Central zijn.” Dan weet je dat je een up-to-date training krijgt, en het kan via het leerplein, dat is alleen maar handig. Nu is Manon al bezig om ook een groep artsen te verzamelen die in het najaar een update training kan gaan doen. En dat is precies wat deze Research Coördinator wil, steeds een professionaliseringsslag maken, “zodat we op een gestroomlijnde manier onderzoek kunnen doen, en het liefst ook bij alle vakgroepen.”
Er vallen dus nog wel wat lijntjes aan te halen voor de oprichting van het trialbureau, ondanks dat Manon al met zoveel mensen samenwerkt. Naast de eerder genoemde vakgroepen heeft ze overleg met juristen als er bijzondere dingen in de onderzoekscontracten staan. Ook bij het lab en de apotheek kent iedereen Manon inmiddels. Als secretaris van de toetsingscommissie heeft ze contact met de raad van bestuur van het Slingeland Ziekenhuis. Met de Amerikanen was de samenwerking prettig, óndanks alle administratieve rompslomp en afkortingen. En als er studievisites zijn vanuit de academie of de farmaceutische industrie is Manon erbij en zorgt ze “dat het duidelijk is dat we weten waar we mee bezig zijn.” Ook bij de financiële afdeling is Manon geen onbekende, want ze is druk bezig om de financiën steeds beter inzichtelijk te maken. Onderzoek doen kost geld en levert in bepaalde gevallen ook wel wat op, maar de geldstromen kloppen nog niet altijd. Hierin moet ze al samenwerkend alles zelf uitvinden. Dat is leuk, want:
“Geef mij niet zomaar standaard dingen.”
Kortom, Manon is een spin in het web, maar werkt voornamelijk alleen en zelfstandig. Dat is een situatie die heel kwetsbaar is. Afgelopen jaar is ze een tijd uit de roulatie geweest door privé omstandigheden. En toen werd duidelijk wat velen eigenlijk al wisten. “Dat je heel kwetsbaar bent om in je eentje te zijn.” Eigenlijk wist niemand precies wat ze allemaal doet, totdat ze omviel, want toen kwamen er allerlei vragen. Op een gegeven moment werd ze alsnog zo vaak thuis gebeld, dat ze haar eigen vervangster heeft geregeld. “Ik zei, bel haar maar, dan komt het misschien wel goed.”
Gelukkig is Manon nu weer volledig in actie en barst ze van de ambities en energie. Het opzetten van het trialbureau heeft nu haar volle aandacht, met de steun van een nieuwe leidinggevende en het groeiende aantal artsen dat op Manon leunt. Om de situatie minder kwetsbaar te maken, heeft ze nu tijdelijk iemand naast zich gekregen, Elvira Fluitsma. Elvira werkt als zelfstandige in klinisch onderzoek, en heeft sinds 2012 ervaring in de farmaceutische industrie. Ook zij kent het klappen van de zweep, en weet wat er allemaal komt kijken bij klinisch onderzoek. Daarmee heeft het ‘trialbureau in oprichting’ misschien ook wat tijd om te laten zien wat ze doen. Zorgen voor wat meer exposure staat op het lijstje, alleen niet bovenaan. “Maar dat we wereldwijd de eerste patiënt in een studie geïncludeerd hebben, dat vind ik nogal wat. En dan wil ik dat ook goed doen. Daar gaat alle energie in zitten, terwijl we het veel te weinig uitdragen.” Een ander succes is de start van een studie uit Amerika, waar één van de hematologen nu National Coordinating Investigator voor is geworden. Dat is heel speciaal voor het relatief kleine Slingeland ziekenhuis in Doetinchem. Zodra die studie start, moet dat ook naar buiten worden gebracht. Net als het feit dat ze hier in huis straks met ongeveer 16 collega’s de WMO-GCP training van GCP Central gaan volgen. Dat wil Manon ook graag uitdragen, “want het is zo belangrijk om volgens de laatste criteria getraind te zijn!”
Ambitieus en gedreven. Secuur en consciëntieus. Leergierig en flexibel. Research Coördinator Manon is op haar plek, dit blijkt inderdaad ‘haar functie’ en de rek is er nog lang niet uit. In de oprichting van het trialbureau zal ze vast nog wat hobbels op haar weg vinden, maar haar kennende gaat ze die uitdagingen met plezier aan. Want voor haar geen gebaande paden, Manon gedijt juist op een plek waar zaken “níet standaard” zijn.